Dag 5. Avetrana - Torre Squillace
53km, Langs de Nardo Ring.
Vanmorgen ging het mis met het ontbijt. Antoinella (de b&b hostess) kon niet uitleggen waar we de broodjes voor het ontbijt konden halen. Ze sprak alleen italiaans en verstond ook alleen maar “correct” italiaans. De kaart werd erbij gehaald maar ook daar kon ze niet op aanwijzen waar we zaten en waar de bakker was. We zijn dan maar op zoek gegaan naar een bakker. In Frankrijk is dat simpel. Je kijkt gewoon waar al die stokbroden vandaan komen. Hier wordt niet ontbeten, lijkt het, en dan is dat lastiger.
Alles zit weer in de fietstassen en onder een bijna wolkenloze lucht fietsen we door het binnenland vanaf Avetrana, via Veglie en Copertino weer naar de kust waar we overnachten.
In de zon is het lekker, maar de wind is fris. We komen langs de ‘Nardo ring’, een bizarre cirkel op de kaart. Het is een ronde testbaan van zo’n 12 kilometer lang, waar Italianen op zaterdag hun auto uitlaten en dat is al van ver hoorbaar. Om de hele testbaan staat een hoge muur, maar als we de fietsjes er tegen parkeren en op het zadel gaan staan kunnen we toch de auto’s voorbij zien razen. De binnenbaan wordt bezet door de sukkels met een 4x4 of een stadsautootje. De middenstrook is voor de wat snellere jongens en de buitenste voor de Porsches. Die schieten voorbij.
En dat op een wegdek dat er net zo miserabel uitziet als de wegen waar we op fietsen…
De meeste wegen hier zijn verbreed. De oorspronkelijke weg, in het midden, heeft alleen maar barsten en scheuren en de later aangebrachte verbredingen -daar waar wij dus dapper fietsen- zijn vol kuilen en gaten. Oh oh zadelpijn...
Borden met een snelheidsbeperking zijn er enkel ter wegdecoratie. De auto’s jakkeren ons voorbij.
We kiezen een rustiger route en fietsen tussen de oude olijfboomgaarden en de moderne variant: velden met zonnepanelen. Af en toe gevaarlijk blaffende en grommende honden, maar gelukkig rennen ze achter een hek.
We komen weinig verkeer tegen. Dat is niet zo verwonderlijk want om van deze weg af te komen moeten we de fietsjes bij Copertino over de vangrail tillen. Men is “vergeten” een afslag aan te leggen.
Onze kamer ligt aan het strand en kijkt uit over de azuurblauwe zee. Recht voor ons staat weer een Torre, een middeleeuwse uitkijkpost, zoals er langs de kust zoveel staan. Er is hier een klein baaitje. Even na 7 uur verdwijnt de zon in de zee. Daarna is het snel donker. Bij onze kamer is een restaurantje waar we niet alledaags eten: zee-egel, inktvis, calamares, gamba’s.
Vannacht wordt het koud. Het is kraakhelder.
Vanmorgen ging het mis met het ontbijt. Antoinella (de b&b hostess) kon niet uitleggen waar we de broodjes voor het ontbijt konden halen. Ze sprak alleen italiaans en verstond ook alleen maar “correct” italiaans. De kaart werd erbij gehaald maar ook daar kon ze niet op aanwijzen waar we zaten en waar de bakker was. We zijn dan maar op zoek gegaan naar een bakker. In Frankrijk is dat simpel. Je kijkt gewoon waar al die stokbroden vandaan komen. Hier wordt niet ontbeten, lijkt het, en dan is dat lastiger.
Alles zit weer in de fietstassen en onder een bijna wolkenloze lucht fietsen we door het binnenland vanaf Avetrana, via Veglie en Copertino weer naar de kust waar we overnachten.
In de zon is het lekker, maar de wind is fris. We komen langs de ‘Nardo ring’, een bizarre cirkel op de kaart. Het is een ronde testbaan van zo’n 12 kilometer lang, waar Italianen op zaterdag hun auto uitlaten en dat is al van ver hoorbaar. Om de hele testbaan staat een hoge muur, maar als we de fietsjes er tegen parkeren en op het zadel gaan staan kunnen we toch de auto’s voorbij zien razen. De binnenbaan wordt bezet door de sukkels met een 4x4 of een stadsautootje. De middenstrook is voor de wat snellere jongens en de buitenste voor de Porsches. Die schieten voorbij.
En dat op een wegdek dat er net zo miserabel uitziet als de wegen waar we op fietsen…
De meeste wegen hier zijn verbreed. De oorspronkelijke weg, in het midden, heeft alleen maar barsten en scheuren en de later aangebrachte verbredingen -daar waar wij dus dapper fietsen- zijn vol kuilen en gaten. Oh oh zadelpijn...
Borden met een snelheidsbeperking zijn er enkel ter wegdecoratie. De auto’s jakkeren ons voorbij.
We kiezen een rustiger route en fietsen tussen de oude olijfboomgaarden en de moderne variant: velden met zonnepanelen. Af en toe gevaarlijk blaffende en grommende honden, maar gelukkig rennen ze achter een hek.
We komen weinig verkeer tegen. Dat is niet zo verwonderlijk want om van deze weg af te komen moeten we de fietsjes bij Copertino over de vangrail tillen. Men is “vergeten” een afslag aan te leggen.
Onze kamer ligt aan het strand en kijkt uit over de azuurblauwe zee. Recht voor ons staat weer een Torre, een middeleeuwse uitkijkpost, zoals er langs de kust zoveel staan. Er is hier een klein baaitje. Even na 7 uur verdwijnt de zon in de zee. Daarna is het snel donker. Bij onze kamer is een restaurantje waar we niet alledaags eten: zee-egel, inktvis, calamares, gamba’s.
Vannacht wordt het koud. Het is kraakhelder.
Wij proberen vaak de rustigere wegen te nemen, maar soms moeten we wel even langs de drukkere weg rijden...we houden ze in de gaten de snelheidsmaniakken...
Wel wat anders dan de fietspaden langs de Weser.
Veel,plezier nog en wees voorzichtig!