Dag 4&5 - Benifallet - Alcañiz- Ariño
12 oktober 2019 - Ariño, Spanje
We vervolgen de Via Verde Val de Zafán. Het eerste stuk volgt de Ebro nog. Het is zwaar bewolkt maar de regen is voor morgen. De regen is hier altijd voor morgen, lijkt het.
De eerste plannen om deze spoorweg (nu fietspad) te bouwen met bruggen en tunnels dateren van 1863.
In 1891 werd met de aanleg begonnen. Met kleine stukken. Uiteindelijk heeft de spoorweg maar 31 jaar gefunctioneerd, totdat er een tunnel instortte in 1973. Nu is het een Via Verde, een fietspad van 107 km.
Het traject slingert door het landschap en maakt grote lussen om de hoge bergpieken van het Parc Natural Del Puertos de Beseit. Het gaat gestaag omhoog en vandaag gaan we twee pieken over van meer van 500 meter.
Het aantal tunnels is niet te tellen. Eén lekke band. Dat valt mee. Oorzaak: de een of andere distel. Snel gefixt.
De langste tunnel is niet verlicht en meer dan 2 km lang. El túnel del Sol. Aan het einde staat een landmeter. Twee keer per jaar schijnt de zon recht door de tunnel en de man berekent wanneer en hoe laat precies.
Voordat we overnachten in Alcañiz is het traject slecht met veel losse stenen en wasbord. De fietsen hebben het zwaar te verduren en wij moet flink oppassen om niet uit te schuiven. Maar het gaat gelukkig weer omlaag.
Alcañiz bruist van het leven en dat is een groot contrast met de route die we achter ons hebben. Het stadje ligt op een berg. De pizzeria van onze keuze ligt juist aan de andere kant dus slenteren we in het donker over de bult, door het centrum. Het leven lijkt hier niet te stoppen maar wij liggen er om 11 uur in.
De volgende ochtend gaat het laatste deel van deze Via Verde vanaf Alcañiz door een desolaat landschap. Zwaluwen vliegen mee. Het is prachtig, maar de weg is slecht. Los zand, overwoekerd en veel, veel keien en stenen. Estación de Hijar is het eindpunt van deze Via Verde.
Vanaf hier gaan we op weg naar de Via Verde de Ojos Negros, 150 km hier vandaan. Fetsen over asfalt, wat een verademing. De enkele auto's die ons voorbij rijden houden flink afstand. Ook fijn.
Het gaat wel omhoog en het is 33°. Zweten. Bidons gaat twee keer leeg.
De Rio Martin zorgt voor wat groen. Waar het ruisende water vandaan komt is een vraagteken. De natuur is schitterend en overweldigend. We wanen ons in de Grand Canyon. Bij iedere bocht hopen we in Ariño aan te komen, want we zijn helemaal op. Maria van het hostal herkent ons meteen en trakteert ons op jamon en cervesa. Fietsers komen hier nooit, als er al een vreemde passeert in dit stadje...
Vroeger was hier mijnbouw. Per toeval stuiten we tijdens ons avondlijke wandelingetje op het Museo Local over deze vervlogen tijden en iemand opent nog even de deur voor ons.
Het is donker, het terras loopt vol. Nu maar 'ns eten, in España is dat na 21 uur.
Geniet er van.
En die tunnels zien er heel donker uit zeg, hopelijk wel goede lampen mee.
Liefs!